Gedachtekracht

Gedachtekracht 

”Met de dolphins hebben we de schouders wat sterker gemaakt,” zegt yogadocent Bibi. “Nu gaan we door naar een schouderstand.” Terwijl ze voordoet welke variaties er zijn van deze houding, vliegen mijn gedachten alle kanten op. Ik doe net of ik geen idee heb van wat we gaan doen en blijf kijken. Vanuit mijn ooghoeken zie ik verschillende mensen hun benen al de lucht in gooien en met hun handen over hun rug lopen richting de schouderbladen. Sommigen strekken zelfs hun armen uit naar boven, terwijl nog enkel hun achterhoofd en schouders de mat raken. “Ik kan dit niet,” schiet het door mij heen. “Kies ik direct voor de aangepaste versie met een kussen onder mijn heupen en mijn benen omhoog? Of ga ik het tóch proberen?”

Ik neem een flinke hap een lucht en zet mezelf af vanuit een zittende houding. Met ingehouden adem en aangespannen spieren rol ik mijn rug over de mat. Met mijn handen vang ik mijn onderrug op die nu een paar centimeter boven de mat zweeft. Nog altijd met ingehouden adem, alsof ik zo kracht stuw naar mijn armen, probeer ik mijn rug omhoog te duwen, zodat hij in een rechte lijn zou komen onder mijn schouders. Na een paar seconden laat ik mijzelf los en ploft mijn rug en met een zucht van frustratie terug op de mat. Ook mijn volgende pogingen eindigen in eenzelfde resultaat.

“Lukt het?”, 

klinkt plots de stem van Bibi die al verschillende mensen heeft geholpen om in de houding te komen. “Nee, ik denk dat mijn schouders niet sterk genoeg zijn om mijn heupen omhoog te duwen,” antwoord ik. “Ik pak wel even een meditatiekussen.” Ik zeg het gehaast terwijl ik al richting de kast met meditatiekussens en yogablokken loop. Bibi knikt en vervolgt haar ronde.

Met een meditatiekussen onder mijn heupen en mijn benen richting het plafond doe ik de oefening. Het voelt alsof ik de enige ben die dit niet kan en ik probeer de emoties te onderdrukken die me met deze gedachte overvallen. In een poging mijzelf te kalmeren herhaal ik als een soort mantra de boodschap van Amanda die ze altijd uitdraagt tijdens de lessen: “Het één is niet beter dan het ander. Ook aangepaste versies hebben hetzelfde effect op het lichaam en je zenuwstelsel. Luister naar je lichaam en hoor welke versie op dit moment past.” Mijn lage zelfbeeld verbindt een heel andere conclusie aan deze boodschap, en ik sluit er de houding mee af: “Het is oké, ik ben gewoon niet geschikt voor dit soort houdingen.”

Een aantal weken later hangt er in zaal Shanti een geconcentreerde stilte van meerdere yogi’s in kindhouding. Ook ik zit in kindhouding, met mijn knieën uit elkaar en mijn armen voor me uitgestrekt. De stem van Bibi vult de ruimte. Ze klinkt zacht en vol rust. De intentie die op de trillingen meevoert voel ik in mijn lichaam en er ontstaat een kriebel in mijn buik.

“We gaan straks naar een schouderstand. 

Eerst nemen we de tijd om de rust die we nu voelen te gebruiken om ons hierop voor te bereiden,” zegt Bibi. Vol aandacht richt ik mij op de inhoud van de woorden. Heel even lijkt er geen ruimte te zijn voor mijn negatieve overtuigingen. “Visualiseer hoe je stap voor stap in de houding komt,” begint ze. “Je rug rolt over de mat…” Tijdens haar uitleg zie ik met een enorme levendigheid voor me hoe ik in een schouderstand sta, een beeld dat ik mijzelf een aantal weken geleden had ontnomen en als onmogelijk had bestempeld. De kriebel in mijn buik verspreidt zich naar de rest van mijn lichaam. “En dan mag je nu de visualisatie afsluiten door een aantal keer te herhalen dat je het kunt.” De trillingen zijn veranderd van vorm en kleur: de stem klinkt nu krachtig, maar nog altijd liefdevol. Ik word erdoor geraakt en het voelt alsof deze woorden voor mij gelden.

In rust en vol concentratie rol ik langzaam rugwervel voor rugwervel omhoog tot ik op de mat zit. Heel even sluit ik mijn ogen om nogmaals het beeld voor me te halen, terwijl ik mij op mijn billen ga zitten. Ik neem de proef op de som. Met een inademing span ik mijn spieren aan en met een uitademing rolt mijn rug over de mat, mijn benen de lucht in. Ik vang met mijn handen mijn rug op en begeleid hem om in lijn met mijn schouders te komen.

De intensiteit van de kriebels in mijn lichaam neemt toe. “Ik kan het wel,” klinkt mijn eigen stem opgewekt in mijn hoofd. Met mijn blik op mijn voeten gericht ervaar ik een sensatie die ik niet ken. Op het moment dat ik mij realiseer dat slechts mijn bovenarmen, schouders, nek en achterhoofd de mat raken, ontstaat er een gevoel van controleverlies. Plots laat ik mijn handen los en door de zwaartekracht ploft mijn rug weer op de mat.

Gevoelens van schrik en blijdschap vermengen zich en wisselen elkaar af. 

Met mijn blik op het plafond gericht evalueer ik kort de spiegel die de mat mij in de afgelopen weken heeft voorgehouden en hoe Bibi mij onbewust heeft geleerd om er iets anders uit te halen. Van hoe ik van alles onmogelijk achten over ben gegaan tot een succes in het ogenschijnlijke onmogelijke: welgeteld acht seconden in een schouderstand.

Ik sluit dit keer de houding af met een heel andere conclusie: “Alles is mogelijk, als je er maar zelf in gelooft. Dit is pas het begin.”

schouderstand